Met een zekere regelmaat worden ze in deze tijd van het jaar weer door de post bezorgd: catalogi van kleine en grote kwekerijen van planten, waarin zaad van allerlei planten, zowel éénjarigen als vaste planten, met hun Latijnse namen, tegen een bepaalde prijs wordt aangeboden. En nu is het mij opgevallen, dat ook daarin een bepaalde ontwikkeling is: steeds meer wordt zaad aangeboden van planten, die in verre landen en werelddelen thuis horen. En de plaatjes van de planten en bloemen, die er bij staan, soms geweldig mooi, maken dan ook, dat je kooplustig wordt. Maar in de loop der jaren ben ik daar wat voorzichtiger mee geworden. Want vaak was het bij mij zo, dat, met hoeveel zorg ik het zaad zaaide of het gezaaide met zorg omringde, òf het zaad helemaal niet opkwam òf als het al opkwam, dan bleven het van die armetierige plantjes, die helemaal niet in bloei kwamen en die ik dan maar verdrietig uittrok en soms ook boos op de composthoop gooide. Ze pasten niet in ons klimaat en bij onze grondsoort. En snel kocht ik dan wat zaad van meer bekende plantjes, dat door de jaren heen beproefd was gebleken en dat ik zaaide en wat wel opkwam en waarnaar dan door andere tuinliefhebbers wel niet met verbazing werd gekeken, maar waar ik wel plezier van had. Wat ik hier mee wil zeggen? Wij staan soms naar het bijzondere, ook als het gaat om het kerkelijke en geestelijke leven en dat menigmaal ook, opdat anderen met verbazing naar ons zouden horen en zien. Maar we hebben te staan, niet naar het bijzondere, maar naar wat door de jaren heen beproefd is bevonden, namelijk de verkondiging van het Woord, waarin het gaat om Christus, de Gekruisigde en wat dit zaad van het Woord door de bediening van de Geest uitwerkt: dat mensen, die in zichzelf arme zondaren zijn, leren af te zien van zichzelf en door het geloof uit Christus te leven en zo groeien en bloeien uit de Heere en tot eer van de Heere. En dat is tot eeuwige zegen voor jezelf en ook tot zegen van anderen.
31-01-2003