Week 5

Wat heeft het aan het eind van vorige week en ook nog aan het begin van deze week gestormd! En weet u wat me opviel? Dat er, in tegenstelling tot na een storm in het najaar, althans in onze tuin, zo weinig afgebroken takken en takjes lagen. Bijvoorbeeld van de berkenbomen. Terwijl ik dat juist wel had gevreesd – niet zozeer omwille van die bomen (want zo is een mens, of beter gezegd: zo ben ik), maar omwille van mezelf. Ik zag mezelf al weer takken rapen en slepen, en eerlijk gezegd weet ik wel leuker werk.

Maar toen ik erover nadacht waarom er nu zo weinig takken lagen, kwam ik tot een verklaring die me wel bevredigde (of ze juist is, weet ik niet): het dode hout was er grotendeels al uit door de herfststormen. De meeste takken hielden stand omdat ze levend waren.

Is het niet net zo in het leven van een christen? Ook daarin kan het soms flink stormen, en dat is allesbehalve aangenaam. Maar toch: alleen wat dor en dood is, wordt door de storm getroffen en breekt af. Oude ervaringen en belevingen houden stand niet. Maar wat levend is, omdat het gevoed wordt uit Christus – namelijk een levend geloof en vertrouwen op de Heere en Zijn Woord – houdt stand, zelfs in de hevigste storm. Hoe wild het ook tekeergaat, Christus zorgt ervoor dat het blijft bestaan.