Week 41

Het is, nu ik dit schrijf, volop herfst en dat is ook de tijd van de sierkalebassen. Overal zie je ze. Bij de voordeur (bij ons ook). Bij de achterdeur (bij ons ook). Voor het raam (bij ons ook). Wat dat betreft zijn we, ondanks onze leeftijd, of misschien wel dankzij, echte trendvolgers. Maar wat me het meest verwondert: we hadden maar een paar zaadjes, die tussen ander zaad zaten en dan nog zoveel vruchten. Maar waar gaat het nu om? Gààt het om die vruchten? Voor ons vaak wel. En toch ligt het anders. Want als nu straks die kalebassen niet mooi meer zijn, dan moet u ze, voor u ze weggooit, eens opensnijden: wàt een zaden. En dàt is de toekomst van die planten. En zo is het nu ook met de gelovigen. Het werk des Heeren aan hen en in hen geeft een schone vrucht: de vrucht van het geloof en de wandel in de weg des Heeren. Maar ook als dan voor hen het geloof mag overgaan in aanschouwen en zij het graf ingaan, dan blijft het zaad. Voor de toekomst van de kerk, het nageslacht. Want de Heere zorgt voor de voortgang van Zijn gemeente. Hoe? Ook dààrdoor: De gedachtenis van de rechtvaardige zal tot zegening zijn. ( Spreuken 10:7a ).