Oogsten is leuk, zegt men. En tot op zekere hoogte stem ik daar mee in. Want in onze tuin staat een notenboom en de noten beginnen te vallen en zolang de noten zò vallen, dat je ze makkelijk op kunt rapen, is oogsten zeker leuk. Maar nu wil het geval, dat de notenboom staat tussen een aantal hoge en tamelijk dichte struiken en u begrijpt het al: je moet er heel wat kruip- en sluipwerk voor doen, om de noten te vergaren. En als je dan een pijnlijke rug en knie overhoudt aan dit oogstwerk, dan is het oogsten echt zo leuk niet meer. Zeker niet als je dan ook nog opbotst tegen een wilde bramenstruik en brandnetels. Toch denk ik, dat, als die noten wat gedroogd zijn en je op een donkere winteravond bij de open haard een aantal kraakt en eet, dat je dan al die oogstproblemen wel weer vergeten bent. En ja, zo zal het toch ook eenmaal zijn in de voleinding der eeuwen voor degenen, die hier door het geloof deel kregen aan Christus. Zij mogen eenmaal de eeuwige vruchten genieten van het werk van Christus als ze voor eeuwig bij Hem mogen zijn. En zeker, er waren moeiten en er was strijd en er waren verdrukkingen op weg daarheen. En wat kan dat pijn doen. Maar als dan de vruchten van Christus’ werk volkomen genoten zullen worden, dan zal het toch zijn: Want ziet, Ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde; en de vorige dingen zullen niet meer gedacht worden, en zullen in het hart niet opkomen. (Jes. 65:17).