Bloemen zijn mooi en meestal hebben we planten in de tuin vanwege de bloemen. En als dan ook de plant uitgebloeid is en de bladeren verkleuren of verwelken, dan wacht de plant een droevig lot. Of hij wordt op zijn best afgesneden of ook wel uit de grond getrokken en in de groene bak of op de composthoop gegooid. Althans dat heb ik in het verleden menigmaal gedaan. Totdat mijn ogen open gingen voor het feit dat ook de zaaddozen van planten ontzaglijk mooi kunnen zijn. Zo staat er in de tuin een Asclepias Syriaca. In onze taal wordt hij ook wel Parkietjesvrucht genoemd. Deze vaste plant, die van juni tot september bloeit met kleine, roze bloemtrosjes, die een honingzoete geur verspreiden, heeft zaaddoosjes of vruchten, die wel lijken op opgeblazen parkietjes, compleet met kromme snavel. Vandaar de naam. En daarom snijd ik deze plant, ook als hij uitgebloeid is, niet af. Ik zie die vruchten zo graag en hij mag zich vrijelijk uitzaaien. En zo geldt dat ook van ons. De Heere ziet zo graag, dat er ook bij ons vruchten zijn. De vrucht van het geloof en van een wandel tot Zijn eer. En waarom ziet de Heere dat zo graag? Omdat Hij daarin Zijn eigen werk ziet. Want, zo zegt Hij, uw vrucht is uit Mij gevonden. (Hosea 14.9b). De uiteindelijke schoonheid van Gods kerk voor de Heere ligt daarin als ze vruchten draagt tot Zijn eer.