Elke tuin is anders, afhankelijk van de streek waarin je woont. In sommige gebieden heb je bijvoorbeeld te maken met wespen, terwijl er elders vooral dazen (ook wel paardenvliegen of horzels genoemd) voorkomen. Er is een verschil tussen deze insecten: wespen hoor je aankomen en kunt ze soms afweren, maar dazen landen stilletjes en je merkt ze pas als ze al gebeten hebben.
Zo is het ook met de aanvallen uit het rijk van de boze. Sommige zijn duidelijk en herkenbaar, terwijl andere stilletjes en daarom gevaarlijker zijn, net als dazen. Toch heeft de Heere aan Zijn kerk verdedigingswapens gegeven, waaronder het zwaard van de Geest, namelijk Gods Woord. Of de aanval nu merkbaar is of stil komt, de boze moet wijken. Maar daarvoor moeten we, zoals Paulus zegt in Efeziƫrs 6, het wapen van de Geest aangenomen hebben. Alleen dan kunnen we het gebruiken en door de kracht van dat Woord staande blijven.