Ook al is er weinig kleur van bloemen in de tuin, toch is er kleur, maar nu door vogels. Want bij de pinda’s en vetbolletjes zijn regelmatig heel wat vogeltjes te vinden: koolmezen, pimpelmezen, staartmezen, groenlingen, putters en roodborstjes, die geel, rood en blauw in de struiken brengen. En het mooie is: ondanks alle verschillen (en wat kunnen ze soms tekeer gaan, ook tegen elkaar) eten ze hetzelfde. Daar komen ze allemaal op af. Instinctief weten ze, dat ze dat nodig hebben om de winter door te komen.

 

En nu heeft de Heere ons Zijn Woord gegeven. En ondanks alle verschillen tussen mensen in leeftijd en achtergrond en zoveel andere dingen meer heeft dat Woord allen hetzelfde onmisbare voedsel te bieden. Namelijk het Brood des levens, Christus, en dat is nodig om het leven door te komen en eenmaal uit te gaan. Wie eenmaal van dit Brood geproefd heeft, zal telkens weer verlangen het te ontvangen.