Week 10

Aan de rand van onze tuin staan een aantal prachtige knotwilgen. Ze zijn niet alleen mooi, maar ook nuttig, want ze leveren wilgentenen. Nadat ik deze takken heb afgesneden, gebruik ik ze in de tuin om verschillende soorten lathyrus langs te leiden. Die hoop ik daar aan het einde van de maand te zaaien.

Toen ik de rij wilgentenen had gepoot, kwam mijn vrouw kijken. Ze vroeg of die takken niet zouden gaan uitlopen. Dat zal zeker gebeuren, vooral in de natte kleigrond van onze tuin. Geen tak van een boom wortelt immers zo snel als een wilgentak. Ineens moest ik denken aan het woord uit Jesaja 44: “En zij zullen uitspruiten tussen het gras, als de wilgen aan de waterbeken.”

Het water dat rondom onze tuin loopt, is misschien geen mooie beek, maar het doordrenkt de grond wel volledig. Dat maakt het een ideale voedingsbodem voor de worteling en groei van wilgen. En zo schenkt de Heere – zoals beloofd in Jesaja 44 – Zijn Geest.

Deze belofte is gericht op de jeugd, de nakomelingen. Door de Geest zal gebeuren wat de profeet zegt: “Deze zal zeggen: Ik ben des Heeren.” Wanneer we als ouderen naar onszelf en naar de jongeren kijken, is er vanuit onszelf geen reden tot verwachting. Maar door de Geest mag en kan er hoop zijn.