‘God, de oneindig grote God, heeft een teer oog op Zijn schepping. Hij beveelt ons om hun pleitbezorger te zijn tegen harteloze wreedheden: ‘Open uw mond voor de stomme’ ( Spreuken 31:8 ). Hij Die niets haat wat Hij zelf geschapen heeft, zal onderzoek doen naar het vergoten bloed. Hij zal het kwaad hun aangedaan, rechtzetten. Hij zal hun genadeloze meesters en onmenselijke onderdrukkers bezoeken met tekenen van Zijn rechtvaardige ongenoegen.’